|

De caissière en de vakkenvuller

De caissière en de vakkenvuller

Ik sta vooraan bij de kassa. Mijn boodschappen liggen op de band te wachten om gescand te worden. De volgende klanten leggen hun boodschappen eveneens op de band. Er zit niemand achter de kassa en de man achter mij zegt dat we het waarschijnlijk gratis mee mogen nemen. Hij tetrist de pakken melk, brood, chips, pastasaus, bananen, blikjes fanta, zilvervliesrijst, vaatwasblokjes, koffie en diepvriesgroenten tussen de beurtbalkjes in. Hij zucht wanneer hij een plekje zoekt voor een zak Jonagold en naar de vrouw achter hem kijkt. Zij verschuift haar boodschappen en beurtbalkje zodat er een plekje vrij komt voor de appels van de man.

Uit het magazijn komt een meisje gelopen. Ze haast zich naar de kassa. Direct achter haar aan liep een jongen die afstapt op een rolkar vol schoonmaakproducten. De flessen allesreiniger, bleek en handzeep plaatst hij in de schappen. “Zouden ze iets…”, fluistert de jongen hard in het microfoontje dat aan de boord van zijn supermarktpolo geklemd zit. Hij wordt onderbroken door het meisje. “Boeien”, roept ze naar hem. Ze neemt niet de moeite om haar woorden voor de wachtenden bij de kassa verborgen te houden.

Ik lach naar de caissière als ze goedemiddag zegt, de loshangende haren achter haar oren veegt en opgewekt haar schouders ophaalt. Ze draait haar hoofd nog even naar de vakkenvuller, maar die kijkt niet terug, en ze scant mijn boodschappen.

Meer van , lezen:

Mailtje sturen?