Het ruikt er naar benzine en rubber. Afgewerkte olie. Vier mannen zitten in de kantine van een autosloperij. Een van hen speelt op de Playstation; twee anderen zitten naast hem op een vale bank te wachten op hun beurt. De vierde man, onderuitgezakt in een fauteuil met sierlijke houten poten en gerafelde bekleding die zo veel gebruikt is dat hij wel enorm comfortabel moet zijn, kijkt naar het scherm van zijn telefoon en scrollt door de nieuwsberichten. Hun spijkerbroeken zijn vies van het smeer, net als hun handen en de geruite blouses waarvan de knopen los zijn. Er staan vier glazen whiskey en een fles Glennfiddich van 26 jaar oud, waar al een derde uit is, op het tafeltje voor hen. Op de kwaliteit van drank wordt nooit bezuinigd. Dat is de regel en een luxe die ze zich kunnen veroorloven. Aan de andere kant van de ruimte – het is een houten gebouwtje binnen de grote hal van de autosloperij – staan twee tafels en een tiental stoelen opgestapeld tegen de archiefkasten aan. Daarvoor liggen vier slaapmatjes met kussens en slaapzakken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.